Brugge
Brugge is de hoofdstad en naar inwonertal grootste centrumstad van de Belgische provincie West-Vlaanderen en van het arrondissement Brugge. De stad, gelegen in het noordwesten van het land, is tevens de hoofdplaats van het kieskanton Brugge, telt
zelf vier gerechtelijke kantons en is de zetel van het bisdom Brugge en van een hof van assisen. Het historisch centrum is als middeleeuwse stad opgenomen op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Het is eivormig en ongeveer 430 hectare groot. De volledige gemeente heeft
een oppervlakte van ruim 14.099 hectare, waaronder zo'n 1.075 hectare gewonnen op de zee, bij Zeebrugge. De stad telt ruim 118.000 inwoners; ongeveer 20.000 daarvan wonen in de binnenstad. De inwoners van Brugge worden Bruggelingen genoemd.
De economische betekenis van Brugge vloeit voornamelijk voort uit de zeehaven, Zeebrugge, maar ook uit de industrie, dienstensector en scholen op alle niveaus. Tevens is de stad een wereldberoemde toeristische trekpleister.
Het gebied waarin Brugge is gegroeid, ligt op de grens van een zandleemgebied en de zeepolders, op circa 15 km van de Noordzee. Het grootste deel van de stad kan tot de Zandstreek gerekend worden. Brugge heeft acht deelgemeenten, waarvan er zes – Brugge, Sint-Andries,
Sint-Michiels, Assebroek, Sint-Kruis en Koolkerke – een stedelijk karakter hebben en twee – Dudzele en Lissewege – gekenmerkt zijn door een enerzijds landelijk en anderzijds havengerelateerd landschap. De binnenstad – het historisch stadsgedeelte binnen de vesten –
heeft gemiddeld de grootste bevolkingsdichtheid. Ook wijken grenzend aan het stadscentrum kennen vaak een hoge bevolkingsdichtheid, soms hoger dan van enkele wijken in de binnenstad. Over het algemeen, op uitzondering van bepaalde wijken, neemt de bevolkingsdichtheid
licht af naarmate men verder verwijderd is van de binnenstad.